De Herschels

William (Friedrich Wilhelm) Herschel (1738 – 1822) was o.a. een beroemd astronoom, musicus en componist.
Hij bouwde zelf telescopen en sleep zijn eigen spiegels.
Hij catalogiseerde vele dubbelsterren, nevels en clusters. Ontdekte Uranus, twee manen bij deze planeet (Oberon en Titania) en twee manen bij Saturnus (Enceladus en Mimas).
Hij bedacht de termen “asteroïde” en “planetaire nevel”.
En won de Copley Medal.

Samen met zijn zuster Caroline Herschel (1750 – 1848) catalogiseerde hij vele dubbelsterren en nevels.
Als Caroline niet hoefde te werken voor haar broer, “sweepte” ze zelf de hemel af en ontdekte onder meer 8 kometen. Ze gebruikte hiervoor een reflector telescoop met een brandpuntsafstand van 69 cm, die haar broer William voor haar bouwde.
Ook ontdekte ze M110, een buur van M31, het Andromeda stelsel.
Zij was de eerste vrouwelijke wetenschapper die betaald werd voor haar werk. Ook was ze de eerste vrouw die de Gold Medal kreeg van de Royal Astronomic Society.

John Herschel (1792 – 1871), Wiliam’s zoon, publiceerde de catalogus van zijn vader en tante, die werd aangevuld door L.E. Dreyer (de NGC catalogus).
John bracht ook de zuidelijke hemel in kaart.
En gaf namen aan 7 manen van Saturnus en aan 6 manen van Uranus.
Hij won de Gold Medal van de Royal Astronomic Society twee keer, de Coply Medal en vele andere eerbetonen waaronder het recht de tilel “Sir” te dragen.
Hij bedacht de term fotografie.

L.E. Dreyer (1852 – 1926) was een Deens-Ierse astronoom.
Hij is vooral bekend van de NGC catalogus, de New General Catalogue, die hij samen met John Herschel publiceerde.
Ook publiceerde hij de IC catalogus (Index Catalogue).
En won de Gold Medal van de Royal Astronomic Society.